Serotonine: we kennen de term allemaal wel. Veel mensen associëren serotonine direct met MDMA (XTC), festivals, de dinsdagdip, honger, seksualiteit, 5-HTP en ga zo maar door. Het is één van de bekendste neurotransmitters en ook één van de meest primitieve. Miljoenen jaren geleden gebruikten de bacteriën op aarde al serotonine om intern te communiceren. Waar het bij bacteriën een relatief simpele aan-uitschakelaar is, is het bij mensen een ongelofelijk complexe aansturing van gedrag en verschilt het effect per persoon enorm. Het is je tijdens MDMA (XTC) gebruik op festivals waarschijnlijk niet ontgaan: je kunt complete euforie voelen, erg hongerig zijn of juist totaal geen honger hebben, je hebt het koud of warm, bent slaperig of juist klaarwakker – en dit in alle combinaties.
Serotonine in het kort
Serotonine is een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij het reguleren van stemming, slaap, eetlust en andere functies in het lichaam. Nu horen we je denken: maar wat is een neurotransmitter? Een neurotransmitter is een chemische stof die signalen overdraagt tussen zenuwcellen in de hersenen en het zenuwstelsel. Serotonine speelt ook een rol bij het effect van drugs zoals MDMA (XTC). MDMA verhoogt tijdelijk de afgifte van serotonine in de hersenen, wat zorgt voor gevoelens van euforie, verbondenheid en energie.
Hoe werkt serotonine?
Serotonine werkt op de serotoninereceptor (klinkt logisch, nietwaar?), waarvan er minstens 14 types zijn met elk een volledig ander effect. De ene receptor kan je enorm vrolijk maken, de andere geeft je dan weer hallucinaties en weer een andere geeft je diarree dan wel verstopping. Het is een zeer delicaat proces waar de 90 miljard hersencellen dag in dag uit mee bezig zijn. Maar, los van je hersenen is serotonine op meer plekken in je lichaam te vinden. 90% van je serotoninevoorraad bevindt zich in je darmen. Deze voorraden kunnen niet naar je hersenen getransporteerd worden, maar het geeft aan dat er continue communicatie is over de huidige toestand van het lichaam. Zo geven je hersenen het signaal naar de darmen van ‘ik ben rustig en kalm, ga maar goed verteren. Dit is een proces dat bij gestreste mensen door de war raakt, waardoor ze darmproblemen (zoals IBS) kunnen krijgen. Andersom geven je darmen de hersenen weer telkens een update van ‘ik heb goede voedingsstoffen voor je, je hebt minder eten nodig’. Je honger neemt hierdoor af en je hersenen worden kalmer.
Toename van serotonine
Op sociaal vlak heeft een toename van serotonine veelal een positief effect. Antidepressiva die de concentratie serotonine verhogen (SSRI’s) en drugs zoals MDMA (XTC) geven een signaal van ‘andere personen zijn te vertrouwen, ik hoef mijn barrières niet omhoog te houden’, waardoor mensen zich vrij en verbonden voelen met elkaar. Omdat het geen simpel verhaal is, kan het bij veel mensen ook juist het tegenovergestelde effect hebben afhankelijk van hun aanleg en levenservaringen, en kan het leiden tot paranoia.
Psychedelische stoffen werken allemaal op een andere combinatie van deze serotoninereceptoren (maar ook adrenaline- en dopaminereceptoren en meer!), waardoor elk stofje weer anders aanvoelt. De ene geeft meer of minder sociale angst en meer of minder vervorming van de signalen van je zintuigen. De ander geeft weer een ander gevoel van realiteit, waardoor elke stof een eigen karakter heeft.
De rol van serotonine in psychische aandoeningen
Serotonine speelt een belangrijke rol in psychische aandoeningen zoals depressies, angststoornissen (bijv. sociaal of obsessief-compulsief), schizofrenie en meer. Hierdoor worden deze aandoeningen ook vaak behandeld met middelen die werken op de serotoninereceptoren. Dit werkt bij sommige mensen erg goed, echter bij een groot deel van de mensen is het maar een kleine pleister op de wond. Dit laat zien dat we eigenlijk nog veel te weinig weten van de hersenen en het effect van serotonine.